Een
douanier, die bij de Thaise grens controleert, ziet op een dag een man op een
fiets voorbij komen. Hij heeft een grote zak op zijn rug.
"Ho, stop," zegt de douanier.
Hij controleert de zak, maar daar zit alleen maar zand in. Een beetje
achterdochtig laat de douanier de man gaan.
De volgende
dag fietst de man weer langs, inclusief zak. En weer controleert de douanier de
zak. Er zit niets dan zand in.
Als de man
de dag erna wéér aan komt fietsen, keert de douanier gefrustreerd de hele zak
leeg boven de grond, maar er zit echt alleen maar zand in.
s' Avonds
gaat de douanier wat drinken in het dorpscafé. En wie komt hij daar tegen? De
"zak-met-zand" man! Hij bestelt voor hem een biertje en ze praten
wat. Dan zegt de douanier:
"Beste man, ik zie je elke dag langsfietsen met die zak op je rug. Ik heb
je nu al zo vaak gecontroleerd, maar niets gevonden. Ik weet zeker dat je íets
smokkelt. Ik heb geen dienst, dus ik zal je niet verraden. Wat smokkel
je?"
De man neemt een slok van zijn bier, kijkt de douanier aan, boert en zegt:
"Fietsen."