De zaken gaan goed en een wijnhandelaar is op zoek naar een nieuwe wijnproever voor zijn zaak. Een dronkaard met een versleten, vuil vest komt langs voor de baan. De wijnhandelaar vraagr zich af, hoe kan ik hem fatsoenlijk wegsturen, maar toch geeft hij hem een glas wijn te drinken. De man proeft en zegt:"Het is een muscat, drie jaar oud, gekweekt op een noordelijke helling en gerijpt in stalen containers. Lage kwaliteit, maar acceptabel."
"Dat klopt," zegt de handelaar.
Nog een glas.
"Het is een cabernet, acht jaar oud, een zuidwestelijke helling, eiken vaten en gerijpt op 8 graden. Heeft drie jaar nodig voor het beste resultaat."
"Weer correct."
Een derde glas word er aangeboden.
"Het is een pinot blanc-chanpagne, hoogwaardige en exclusieve rusting," zegt de proever.
De wijnhandelaar is verbaasd, kan het moeilijk geloven of accepteren. Hij knipoogt naar zijn secretaresse om iets te sugeren. Ze verlaat de kamer en komt terug met een glas urine.
De aangeschoten man proeft.
"Het is een blonde, 26 jaar oud, drie maanden zwanger en als ik deze baan niet krijg, dan maak ik de naam van de vader bekend."