Een man zet
's avonds de vuilniszakken buiten. Op het moment dat hij weer naar binnen wil
gaan hangt zijn buurvrouw uit het raam.
"Hé buurman, kom je lekker een bakkie koffie drinken?"
"Vooruit dan maar," zegt de man.
Na twee bakjes koffie maakt de man aanstalten om weer naar huis te gaan. Maar
de buurvrouw vraagt hem nog een borreltje te blijven drinken.
"Vooruit dan maar."
Om een uurtje of 11 en een paar borreltjes verder vindt de man het echt de
hoogste tijd om naar huis te gaan. De buurvrouw, zo geil als boter door de
drankjes, vraagt:
"Heb je geen zin om mij een beurtje te geven?"
"Vooruit dan maar."
Zo gezegd zo gedaan. Inmiddels is het al half 1 geworden.
"Ik moet nu echt naar huis, anders krijg ik gelazer," zegt de man,
"maar ik heb nog één vraag: Heb je misschien een rood potloodje voor
me?"
De vrouw, licht verbaasd, zoekt alle lade kastjes door totdat ze uiteindelijk
een rood potloodje vindt. De man steekt het potloodje achter zijn oor en gaat
naar huis.
Het huis van de man is al helemaal donker, dus hij trekt zijn schoenen uit en
loopt zachtjes de trap op. Ineens gaan de lichten aan en ziet hij zijn vrouw
bovenaan de trap staan.
"En waar ben jij geweest!" schreeuwt ze tegen de man.
"Nou, ik zal het eerlijk bekennen. Ik heb een bakkie koffie gedronken bij
de buurvrouw, daarna hebben we wat borreltjes gedronken en toen hebben we een
beurtje gemaakt."
Zijn vrouw wijst naar zijn oor en zegt:
"Nee, vuile leugenaar. Je bent naar de bingo geweest!"