Juul :
“Mijne ouwe hond is dood en ik heb een nieuwe gekocht, ene jachthond.”
Jef : “Ha ja, en kan hij goed jagen?”
Juul : “Ik zou het geloven, ik laat hem aan een konijnenpoot rieken en hij
brengt een haas of een konijn mee,
ik laat hem aan een pluim van een fazant rieken en hij brengt een fazant mee
naar huis.”
Jef : “Wauw, das een goeie hond zeg, en kan die nog meer?”
Juul : “Natuurlijk en nog geen klein beetje, ik liet hem aan de string van mijn
vrouw rieken en hij bracht de kloten van mijne buurman mee.”