Paula Admin-Wolf
| Onderwerp: Zeldzame knotssprieten in opmars ? di 12 jun - 5:38 | |
|
Wespen hebben een kwalijke reputatie. En dat is eigenlijk onterecht. Het overgrote merendeel van de wespen is zeer zachtaardig en heeft niets te maken met vervelende prikken op een zomerse barbecue. De groep van de bladwespen is zo’n voorbeeld van een zachtaardige en best mooie wespengroep. Ze zijn gemakkelijk te herkennen doordat het achterlijf geen insnoering of zogenaamde wespentaille heeft. Een aantal zeldzamere soorten lijkt nu aan een opmars bezig.
Bladwespen zijn een vrij grote en niet zo goed onderzochte groep. Wereldwijd zijn er minstens 8175 soorten beschreven, in Nederland komen zeker 541 soorten voor. Ze worden ook wel zaagwespen genoemd, naar de zaagvormige legboor op het einde van het achterlijf van sommige vrouwtjes. Hiermee worden sleuven in plantenweefsel gemaakt om de eieren in te leggen. De larven van bladwespen worden bastaardrupsen genoemd. Zij hebben 6-8 paar schijnpoten, terwijl echte rupsen maximaal 5 paar schijnpoten hebben. Sommige bastaardrupsen zijn eerder slakvormig. De meeste leven als mineerders in bladeren, andere soorten maken gallen.
Volwassen bladwespen hebben een korte tong waarmee ze nectar likken uit zogenaamde ‘open’ bloemen, zoals schermbloemen. In deze erg diverse groep komen heel wat prachtige vormen voor. Zo hebben de mannelijke dennenbladwespen (Diprionidae) fraai gevederde antennen. Daarnaast kan een heel gamma van kleuren voorkomen bij de spinselbladwespen (Pamphiliidae). De leukste groep is echter die van de knotssprietbladwespen (Cimbicidae), die hun naam danken aan de typerende antennen die naar het uiteinde verbreden en daardoor een knotsvormig uiterlijk hebben.
Hun voorkomen is zoals steeds gebonden aan hun waardplant, die verschilt per genus. Bladwespen van het genus Abia vindt men terug op kamperfoelie of knautia. De kans is dus reëel dat deze in tuinen wordt aangetroffen. Deze bladwespen hebben een metaalglans op het achterlijf en borststuk. Bij de mannetjes lijkt het of er een hap is genomen uit het achterlijf. Bladwespen uit de genera Cimbex en Trichiosoma ontwikkelen zich eerder op loofbomen, zoals berk, wilg en lijsterbes. Het genus Cimbex is snel te herkennen doordat het eerste segment van het achterlijf een witte ovale uitsnede heeft. Bij Trichiosoma is het borststuk feller behaard.
Bijna alle knotssprietbladwespen zijn op korte termijn snel achteruit gegaan, zonder verklaarbare reden. Van de bijna 20 soorten in België zijn er maar enkele die op regelmatige basis gezien worden, de anderen worden zelden tot zeer weinig gemeld. Van sommigen zijn zelfs geen recente vondsten bekend. Een aantal soorten, zoals de Kamperfoeliebladwesp (Abia fasciata), wordt echter recent meer en meer gemeld, voornamelijk uit tuinen. Ogen open dus! |
|
Gast Gast
| Onderwerp: Re: Zeldzame knotssprieten in opmars ? di 12 jun - 9:45 | |
| Leuk om deze info te lezen Paula |
|