Er was eens
een hele rijke man met een heel groot landgoed, waaronder een reusachtige
boomgaard waar hij bijzonder trots op was.
Op een dag werd de rijkaard wakker, gooide zijn godijnen open, stapte het
balkon op en keek uit over zijn prachtige boomgaard.
Tevreden keek hij rond totdat hij plotseling een enorme mannetjes gorilla in
één van zijn bomen ziet zitten.
Snel rende hij naar de telefoonkamer, greep de gouden gids en begon te zoeken:
"Gordijnfabriek...Gor...Gor...Gor...Ah, gorillavanger."
Snel belde hij de gorillavanger en een half uurtje later stopte er een bestelbusje voor de deur.
Daaruit stapte een heel klein dik mannetje met een oud jachtgeweer en een
bijpassend klein dik tekkeltje.
De rijkaard, een beetje bang voor het geweer, vroeg:
"Wat gaat u nu eigenlijk precies doen?"
"Nou," zei het mannetje, "straks klim ik in die boom, dan
ontstaat er een gevecht op een tak en dan gooi ik die gorilla uit de boom. Dit
hondje hier is zo getraind dat hij dan direct het scrotem van de gorilla eraf
bijt, en ja, een gorilla mannetje zonder ballen is zo mak als een lammetje. Die
doe ik een halsbandje om en breng ik zo naar de dierentuin."
"O," zegt de rijke man, "maar waarom dan dat geweer?"
"Nou," zegt de gorillavanger, "dit geweer geef ik aan u. Stel
dat, ik zeg, STEL dat, ik klim straks in een boom, er ontstaat een gevecht op
een tak, en die gorilla gooit MIJ uit de boom, schiet dan als de sodemieter dat
hondje dood!"