De passagiers van een vliegtuig zitten allemaal op hun plaats en wachten op de
piloten om te vertrekken.
Twee mannen komen binnen en lopen traag naar de cockpit. Ze dragen een pilotenuniform en een donkere bril.
De ene heeft een hond aan de leiband en de andere tikt met een witte stok voor zich uit op de vloer.
Ze bereiken de cockpit zonder problemen en sluiten de deur achter zich Verschillende passagiers lachen wat zenuwachtig naar elkaar, fronsen hun
wenkbrauwen of doen alsof ze het een leuke grap vinden.
Enkele seconden later starten de motoren en begint het vliegtuig over de
startbaan te rijden.
Het toestel gaat steeds sneller, maar het stijgt niet op. Door de venstertjes zien de passagiers dat het vliegtuig recht op een
uitgestrekt meer afstevent, aan het einde van de startbaan. Het vliegtuig raast
nu met zeer hoge snelheid vooruit en verschillende passagiers beginnen te
beseffen dat ze nooit zullen opstijgen en dus in het meer zullen terechtkomen.
Er wordt uit vele kelen luid gegild, maar net op dat moment trekt het vliegtuig
lichtjes op en komt het zonder problemen van de grond.
De passagiers komen stilaan tot bedaren en praten nog wat na over die
angstaanjagende "grap". Enkele minuten later is het incident
vergeten.
In de cockpit betast de piloot het dashboard, vind de automatische piloot en
zet hem in werking. Plots zegt de piloot:
"Weet je wat me soms bang maakt?"
"Nee?" zegt de co-piloot.
"Op een dag beginnen ze te laat te gillen en dan gaan we er allemaal
aan."